Poëzie

Als vreemde voor elkaar...

Ik zag je op een afstand en mijn hart ging sneller slaan.

Ik wou je meteen tegen me aanhouden en mijn tedere handen in je nek leggen.
Ik wou mijn lippen op de jouwe drukken en de tijd eeuwig doen stoppen.

Jij kwam dichterbij en keek me aan.

Al mijn cellen, over heel mijn lichaam, warmde op
en er ontstond een tintelende gloed op de plaats van mijn hart,
die zich vervolgens langs mijn aderen over heel mijn lichaam verspreidde.

Daar waren we dan, op nog geen meter van elkaar. We bewogen onszelf naar elkaar toe en kruisten elkaars wegen,


Zwijgzaam.

Dit was geen droom, maar de harde realiteit.

Zonder enige blijk van fysiek of emotioneel contact gingen we elkaar tegemoet.
Een seconde die we beide nog niet zagen aankomen.

Ademloos wenste ik dit moment op zijn einde.

Niemand keek om,
misschien uit angst, misschien uit schuldgevoel of misschien uit trots.

Het zicht verdween en nam het verleden met zich mee.
Alsof onze tijd nooit aan bod was gekomen....

Niemand keek om,
En verdwenen als aparte individuen elk aan de andere kant in de massa.

Als vreemde voor elkaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten